Technische visualisatie 3D scan

Onderzoeksopzet

Voor de detectie van kabels en leidingen wordt een 3D-grondradar ingezet. Een onderzoek naar kabels en leidingen wordt normaliter rastermatig opgezet, waarbij een rasterdichtheid van 0,5 x 0,5 m gebruikelijk is voor K&L-onderzoek. Hoe dichter het raster, des te meer data wordt verkregen, hetgeen normaliter resulteert in een beter onderzoeksresultaat. Met een 3D-stapfrequentie radar, ofwel 3D-grondradar, is het mogelijk om de bodem driedimensionaal te scannen. Het systeem is 1,5 meter breed en bevat een serie zender/ontvangers met een onderlinge afstand van ca. 7,5 cm.


Hierdoor wordt in contrast met reguliere grondradars met één zender/ontvanger, in 1 scanbeweging veel meer data verkregen en is het niet meer noodzakelijk om een haaks scanraster toe te passen. Het onderzoek raster heeft een resolutie van 7,5 x 1,5 cm. Daarnaast wordt integraal op verschillende frequenties gemeten, hetgeen resulteert in hogere resoluties (groter onderscheidend vermogen).


Wanneer een locatie in één richting wordt gescand met een onderlinge scan afstand van 1,5 meter, kan een volledig vlak dekkend 3D-beeld van de ondergrond worden verkregen.’

Benieuwd naar onze manier van werken?

Wij leggen het u graag uit

Uitvoering /data acquisitie

Met de 3D-radar kan in het verkeer worden gescand. Het afzetten of gedeeltelijk afzetten van de openbare weg is waarschijnlijk niet noodzakelijk. De voor de 3D-radar onbereikbare delen worden met een klein radarsysteem (Infraradar) gescand. De locatie wordt zoveel mogelijk vlak dekkend gescand met de 3D-grondradar. Begroeide gebieden kunnen niet vlak dekkend worden gescand. Derhalve zal ter plaatse een grof raster worden toegepast afhankelijk van de beschikbare ruimte. Echter, de meeste kabels en leidingen liggen ter plaatse van de verharde terreindelen en rondom de gebouwen.

Positionering

De radar is voorzien van een ingebouwde DGPS en een externe RTK. De te behalen positionele nauwkeurigheid is ca 5 cm (x en y-vlak). Bij slechte RTK-omstandigheden zal de positiebepaling plaatsvinden door middel van een total station. Daarnaast biedt de radarsoftware de mogelijkheid om de gps-data te postprocessen zodat floatwaarden kunnen worden gecorrigeerd. De kabels en leidingen en overige ondergrondse objecten worden gemarkeerd op RD-coördinaten met dieptes t.o.v. maaiveld en m NAP.

Data interpretatie

Na dataopname (acquisitiefase) worden de radarbeelden gefilterd en geprocessed, waarna de interpretatiefase plaatsvindt. Kabels, leidingen en overige objecten worden voorzien van een unieke codering die uiteindelijk in een kabel- en leidingenkaart worden opgenomen. Interpretatie vindt plaats met behulp van KLIC-gegevens die als geogerefereerde ondergrond worden ingeladen in de radarsoftware.


De geïnterpreteerde kabels en leidingen worden in de radarsoftware conform de NLCS gecodeerd en geëxporteerd naar AutoCAD Civil 3D. Eventuele dwarsprofielen kunnen vanuit AutoCAD Civil 3D worden gegenereerd. Ook vanuit de radarsoftware kunnen eventuele dwarsprofielen worden opgesteld.


Tevreden klanten:

Deze opdrachtgevers gingen u voor


Op te leveren

De resultaten van het veldonderzoek worden verwerkt tot één duidelijke kabel- en leidingenkaart. In de rapportage worden 2D en 3D-visualisaties opgenomen met schriftelijke toelichting. De kabels en leidingen worden door middel van 3D polylijnen model ingetekend en als .dwg-file aangeleverd. Van de 3D polylijnen kunnen 3D objecten gemaakt worden, door middel van Revit.

Verwachtingspatroon

De grondradar heeft enkele beperkingen. Kabels en leidingen die in een bundel, bed of boven elkaar zijn gelegen, kunnen niet afzonderlijk worden herkend. Ook kan een grondradar niet door metaal meten en kan de aard van de aangetroffen kabels en leidingen niet met volledige zekerheid worden vastgesteld (er kan wel een relatie worden gelegd met KLIC-gegevens). Overigens biedt geen enkele geofysische meettechniek 100% garantie op het onderzoeksresultaat. Daarnaast kunnen bodemomstandigheden ertoe leiden dat grondradar niet toepasbaar is (hoog conductieve omstandigheden). De penetratiediepte van het radarsignaal is mede afhankelijk van de gebruikte golflengte. Hoe lager de frequentie, hoe dieper kan worden gemeten (mits de conductiviteit van de bodem het toelaat). Lage frequenties hebben een grote golflengte waardoor ook alleen grotere objecten kunnen worden gedetecteerd. Op de locatie is waarschijnlijk sprake van een zandige bodem. De verwachting is dat een penetratiediepte van enkele meters wordt gehaald. Lengtes en oppervlaktes kunnen worden bepaald op basis van radaronderzoek. Echter, de diameter van kabels en leidingen kan alleen worden bepaald middels visuele inspectie. Type leiding (gas, riool, spanning, etc.) kan alleen worden bepaald door een relatie met de specifieke ligging op KLIC en indicatief door enkele nuances in het radarbeeld of door visuele inspectie.